Een hoge absolute waarde van een aandeel heeft een negatief effect op de verhandelbaarheid daarvan.
Het kopen en verkopen van optiecontracten gaat in honderdvouden van het aandeel. (Een call contract kopen geeft je de mogelijkheid om 100 aandelen tegen een vaste prijs te kopen.)
Met name bij de particuliere (lees kleine) investeerders/speculanten wordt het dan lastiger om bepaalde investeringsstrategieën uit te voeren.
Voorbeeld van een simpele en overzichtelijke strategie:
- Koop 100 aandelen
- Verkoop 1 call contract met looptijd zes maanden en uitoefenprijs huidige koers
- Verkoop 1 put contract met looptijd zes maanden en uitoefenprijs huidige koers
- Houd voldoende cash of een andere stabiele dekking aan om nog 100 aandelen te kunnen kopen wanneer je op de put wordt aangewezen
Deze constructie vereiste vorig jaar bij een $TSLA koers van $ 200 iets van $ 30,000. Dat is met de huidige koers al $ 100,000 geworden. Komt het aandeel later dit jaar in de buurt van de reële waarde -bijvoorbeeld $1,000- dan zit je al richting $ 200,000.
Ik heb wel de indruk dat het soms ook een ‘kijk mij eens een duur aandeel hebben’ ego-dingetje van het management kan zijn om juist NIET te splitsen. Het aandeel Berkshire Hathaway is daar een voorbeeld van met een koers van $ 342,000 (BRK-A). Daar heeft men een schaduwaandeel (1.500 op 1) geïntroduceerd; BRK-B met een huidige koers van $ 227.88.
Amazon ($ 1,870.68) en Alphabet ($ 1,454.25) zijn minder extreme voorbeelden.
Institutionele beleggers en dergelijke partijen hebben hier minder last van. Behalve dat zij, net zoals market makers, graag optiecontracten verkopen aan de kleine beleggers/speculanten.